Diagnostiek

Wanneer je op basis van de signalen een eetstoornis vermoedt, zijn klinisch onderzoek en zorgvuldig uitvragen van de symptomen nodig.

Voor de diagnose wordt ook nader onderzoek gedaan naar de aard, de ernst en het beloop van de stoornis. De diagnose ‘eetstoornis’ wordt gesteld op basis van de DSM-5 criteria

Betrek bij dit onderzoek altijd andere disciplines. Stel een team samen met expertise op het gebied van de psychiatrische diagnose, medicatie en diëtetiek.

Betrek bij het onderzoek ook familie of verzorgers, behalve als hier een contra-indicatie voor is zoals een veiligheidsrisico.

Anamnese

Zorg voor een open, niet veroordelende, respectvolle bejegening. Er is vaak geen ziekte-inzicht en sprake van ontkenning (lees meer over diagnostiek in de Zorgstandaard Eetstoornissen). Schep een duidelijk kader met betrekking tot wat de patiënt en ouders kunnen verwachten van het consult.

Speciale anamnese gericht op het vermoeden van een eetstoornis:

  • Klachtomschrijving, klacht + dimensies: hoe, hoe vaak, waarmee, verandering in tijd, hoe lang?
  • Uitlokkende factoren (bekijk de Signalenkaart van Stichting Kiem).
  • Eet - en drinkpatroon: begin, details en veranderingen in de loop van de tijd.
  • Lichaamsbeeld: focus op bepaalde lichaamsdelen. Ervaart iemand zich te dik/dun/wel okay?
  • Wat zijn de gedachten rondom het eten/bewegen/gewicht: levert dit spanningen op?
  • Gewichtsbeloop: hoogste en laagste gewicht, snelheid van gewichtsverlies.
  • Groeistilstand, puberteitsontwikkeling.
  • Bewegingspatroon: motorische onrust, hoeveelheid aan activiteiten.
  • Compensatiegedrag (hoe en hoe vaak): zelfopgewekt braken, laxeren, obsessief bewegen of sporten, medicatie gebruik (o.a. medicatie die het hongergevoel onderdrukt of spiermassaopbouw beïnvloedt, diuretica, afslankpillen, vitamines, supplementen).
  • Sociale anamnese: invloed van het afwijkende eet- en beweegpatroon op het sociale leven, school, werk, life events, doorgemaakt lichamelijk of seksueel grensoverschrijdend gedrag, pesten, vrienden, sociale leven, hobby’s, gebruik van alcohol, drug, roken.
  • Gebruik social media (volgen van fitboys/girls, mensen met een eetstoornis e.a.), sociale contacten.
  • Hulpverlening tot nu toe en effect daarvan. Vraag naar Pro-Ana coaches, online coaches. Lees over de wereld van Pro-Ana coaches: CKM en GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula onderzoeken pro-anorexia coaches.
  • Psychiatrisch: stemming, automutilatie (zelfbeschadiging), suïcidaliteit, psychiatrische comorbiditeit. Let op aanwijzingen voor autisme.
  • Klachten: vrouwen/meisjes: menstruatie en menarche, verandering in menstruatiepatroon, gebruik orale anticonceptie, gewicht bij wegvallen menstruatie. Mannen/jongens: erectieproblemen. hypoglykemische klachten (lage bloedsuiker: trillen, klam, zweterig, duizelig, zwarte vlekken voor ogen, hoofdpijn, hongergevoel), orthostase (duizeligheid bij opstaan), palpitaties (hartkloppingen), conditieverlies, obstipatie, vertraagde wondgenezing, slaapproblemen. (Lees meer over belangrijke somatische complicaties in de Zorgstandaard eetstoornissen).

Tractus anamnese

Speciale aandacht voor de symptomen van ondergewicht en/of purgeren en het uitsluiten van andere ziektebeelden zoals chronische darmziekten, schildklierproblemen e.a. De meest gemelde lichamelijke klachten bij eetstoornissen zijn:

  • Vermoeidheid
  • Duizeligheid (orthostase) Lees meer over lichamelijke klachten in de Zorgstandaard eetstoornissen en bekijk de tabel met alle informatie.

Meer informatie over anamnese

Lees meer over anamnese in de Zorgstandaard eetstoornissen. Bij hoofdstuk 11.9.10 lees je meer over de aandachtspunten. Of download de pdf ‘Somatische complicaties en behandeling van anorexia nervosa bij kinderen en adolescenten’. Meer weten over signaleren van het gedrag qua eten en drinken, bewegen, stemming en lichaamsbeleving? Check dan de pagina Signalen herkennen.

Lichamelijk onderzoek

Met het lichamelijk onderzoek wordt de mate van ondervoeding vastgesteld en de eventuele complicaties. Laat de patiënt zich niet in een keer volledig uitkleden. Doe dit in meerdere stappen. Bijvoorbeeld eerst het bovenlijf en dan daarna het onderlijf. Patiënten met een eetstoornis voelen zich vaak enorm ongemakkelijk wanneer iemand naar hun lichaam kijken. Verricht in ieder geval een bloeddruk, pols, temperatuur, gewicht (in afstemming met of zonder dat dit zichtbaar is voor de patiënt). Lees meer over het lichamelijk onderzoek in de Zorgstandaard eetstoornissen. Bij hoofdstuk 4.2.1 lees je meer over de aandachtspunten.

Aanvullend onderzoek

Meer over aanvullend onderzoek lezen? Download dan deze pdf. Meer informatie over bloedonderzoek vind je in de tabel in de Zorgstandaard eetstoornissen.

Differentiaal diagnose

De differentiaal diagnose voor gewichtsverlies is erg uitgebreid. Het belangrijkste onderscheid zit hem in de intentie: is er sprake van gewenst of ongewenst gewichtsverlies. Iemand met een onderliggende lichamelijke ziekte kan ook een eetstoornis ontwikkelen en omgekeerd. Lees hier meer over in de Zorgstandaard eetstoornissen.